Scholing versus authenticiteit?
door Stef van Beek
Het gesprek met mijn Tanzaniaanse buurman in een lange busrit van Kaapstad (Zuid-Afrika) naar Windhoek (Namibië) raakte een onderwerp aan, waar ik altijd mijn twijfels over heb gehad: de invloed van scholing op originele culturen. Ik sprak over mijn fascinatie voor de San-bevolking in de Kalahari en dat ik benieuwd was wat er nog over zou zijn van de cultuur van dit oeroude natuurvolk. Hij kende uit zijn eigen land de Massai, ook een oude cultuur die nog grotendeels traditioneel leefde. Hij zei dat de Massai nog steeds zelf hun eigen scholing verzorgden, iets wat volgens hem essentieel was voor de instandhouding van originele culturen. Ik vroeg hem hoe het met zijn eigen culturele identiteit zat. Hij had westerse scholing ontvangen, net zoals de meeste andere mensen in Afrika. Hij wist niet veel meer van zijn originele cultuur en had een voornamelijk westers leven gekregen. Het gesprek zette mij aan het denken en bracht mij terug bij mijn eigen jeugd en mijn schoolervaringen.

Toen ik jong was.
Toen ik jong was, had ik een hekel aan school. Ik verzette me tegen alle autoriteiten en ik vond de groepjes kinderen verschrikkelijk. De hiërarchie en de vriendschappen binnen die groepjes vond ik kunstmatig, want niemand was zichzelf. Maar ook in het klaslokaal voelde ik mij niet thuis. Ik droomde er altijd een eind weg, door het raam naarbuiten de echte wereld in. De lessen interesseerden me totaal niet, niet in de eerste plaats om de inhoud, waar ik niet zo veel van meegekregen heb, maar vooral om de vorm waarin de inhoud werd opgedrongen en je aandacht, je betrokkenheid werd opgeëist voor droge, onpersoonlijke kennis.
Uiteindelijk, na jaren van verzet, hebben de drie vrouwen die het dichtst bij me stonden, mij weten te overtuigen dat ik grote mogelijkheden had en dat ik mijn keuzevrijheid later kon maximaliseren, als ik toch iets zou gaan doen. Ik was 10 jaar en besloot dat ik ging deelnemen aan dit tegennatuurlijke systeem, want ik wilde later wel vrij worden en kunnen kiezen wat mij interesseerde. Ik zag zelfs op een gegeven moment de lol van goede cijfers halen en naar het VWO kunnen. Ook daar werd mijn persoonlijke interesse echter nooit geprikkeld. Ik was wel slim genoeg en probeerde mijzelf met tegenzin toch te motiveren, zodat ik mijn intelligentie zou kunnen benutten in mijn verdere leven. Ondanks structurele concentratieproblemen en voortdurend dagdromen, kon ik na 7 jaar eindelijk echt gebruikmaken van de beloofde keuzevrijheid. Maar, wat wilde ik studeren?
Mijn eigen inzichten in psychologie en filosofie wilde ik in ieder geval niet laten vertroebelen door de wetenschap en ook het ervaren en leren van vreemde volkeren wilde ik doen zonder door een antropologisch gekleurde bril te kijken. Maar als ik dan geen enkele wetenschappelijke vervuiling van mijn persoonlijke waarheidsbevinding toestond, wat wilde ik dan wel leren op een universiteit? Na een inspirerende reis door Australië en Azië wist ik het: talen als de sleutel naar andere culturen. Via de talen Spaans en Portugees, Latijnsamerikaanse literatuur en geschiedenis en een reis van 10 maanden door Latijns-Amerika, kwam ik bij Ontwikkelingsstudies terecht. Ik wilde iets veranderen aan de ongelijke verdeling van de rijkdom en macht. Maar ik leerde vooral op welke manieren het leger van ontwikkelingswerkers er tot nog toe niet in geslaagd was om hieraan bij te dragen.
Onderwijs werd door de ontwikkelingstheoretici gezien als iets goeds. Het vergroot je kansen om in je levensonderhoud te voorzien en om deel te nemen aan de maatschappij, dus daaraan hoefde je niet te twijfelen. Toch kon ik het daar gevoelsmatig nooit helemaal mee eens zijn. Maar waarom niet? Hier in Namibië zou het mij pas echt duidelijk worden.
Ik kwam hier naartoe om de San-bevolking te leren kennen, één van de oudste volken ter wereld, een natuurvolk van jagers en verzamelaars, dat een spirituele verbinding met de natuur heeft. Ze maken vooraf en tijdens de jacht contact met het dier waar ze op jagen, kruipen in diens huid en wanneer ze het doden, voelen ze respect. In Tsumkwe, het centrum van de San people in de Kalahari-woestijn van Namibië, ontmoette ik via via Steve, een aardige San-gids van mijn leeftijd, die me vertelde over de originele cultuur van zijn volk. Hij vertelde wat daar nu nog van overgebleven was en gepraktiseerd werd en hoe hij zelf zijn cultuur beleefde. Hij werd een vriend van mij en we spraken onder andere over de invloed van scholing op hun cultuur.

Mijn vriend en gids, Steve
Over zijn schoolervaringen zei hij dat hij vroeger bij thuiskomst uit school, zijn hoofd altijd schoonmaakte van alle informatie en invloed die niet paste bij hemzelf en zijn cultuur. Hij zag de scholing in Namibië als een westerse invloed die in tegenspaak was met de San-cultuur. Je leerde er denken in een systeem waar de San niet in leven, niet in kunnen leven. Maar dat systeem, de westerse wereldmaatschappij, heeft vooral op de jongere generatie steeds meer invloed gekregen, terwijl de eigen cultuur steeds minder overgedragen wordt. De wortel van hun originele overlevingsvorm, en dan met name de overdracht van de kunst van het jagen, is al praktisch verdwenen. In een San-nederzetting die wij samen bezochten probeerden ze met behulp van het toerisme de San-jongeren te betrekken bij de oude cultuur.
We zagen in dat dorp dat vooral de ouderen nog steeds op traditionele wijze jagen, tenminste waar ze dat mogen van de autoriteiten. Maar het is niet meer genoeg om van te leven, omdat de jongeren het stokje, of zal ik zeggen de pijl, niet kunnen overnemen. In plaats van die overdracht van hun eigen cultuur, zijn er allerlei andere, westerse overlevingmethodes bijgekomen om in hun behoeften te voorzien en is de behoefte aan geld gegroeid. Vooral de San-jongeren worden van alle kanten verleid en opgeleid om hun culturele wortels te vergeten en op zoek te gaan naar geld. De school besteedt geen specifieke aandacht aan hun cultuur, die zo anders is dan die van de andere culturele groepen die er op school rondlopen, maar wel aan rekenen, lezen en schrijven (Engels en Afrikaans), maatschappij, economie en regelgeving. Maar terwijl de school op deze manier een belangrijke rol speelt in het verlies van de culturele identiteit van de San, is van een succesvolle integratie in de maatschappij ook geen sprake. Het gat tussen beide culturen is te groot, waardoor de bosjesmannen die hun eigen cultuur verliezen, in de armoedeval belanden.
Op de camping waar ik verbleef, stond ook een groep Botswanezen die voor de Namibische overheid onderzoek deed naar de problemen en behoeften van de lokale bevolking. Ik vond het schokkend te horen hoe weinig zij na een week ter plekke begrepen hadden van de problematiek van de San-bevolking. Zij hadden allerlei vaststaande ideeën en volgden een dagprogramma dat van tevoren samengesteld was, waardoor zij niet echt in contact traden met de bevolking. Zij waren zo gevormd, of vervormd, dat zij als mens helemaal niet aanwezig waren in de gesprekken die ik met hen probeerde te voeren. Alles wat niet paste binnen hun systeem, binnen hoe ze geprogrammeerd waren te denken, kwam niet binnen. De Botswanese groep zag scholing als een noodzaak voor iedereen, omdat het toegang verschaft tot de maatschappij. Zij wilden dat niemand die kans ontzegd zou worden. Sterker nog: iedereen moest die kans grijpen, zo was hun vaststaande overtuiging. En zij verzamelden onderzoeksmateriaal om deze visie en andere vaststaande ideeën, te ondersteunen. “Tja, dat is nu de combinatie van wetenschap en idealisme en een gebrek aan contact met de realiteit,” dacht ik.

De enige van de Botswanese groep die wel menselijk betrokken was, was de chauffeur.
Zij (links) gaf de San-vrouwen die op de camping sieraden kwamen verkopen, te eten.
Ik leerde trouwens wel van deze onderzoekers, dat maar 20% van de San-kinderen in Tsumkwe naar school gingen, deels omdat ze op school slecht behandeld werden door medeleerlingen van andere, fysiek sterkere stammen en deels omdat ze gediscrimineerd werden door het schoolhoofd. En soms werden ze naar huis gestuurd omdat hun kleding niet voldeed aan de voorschriften en ze te arm waren om nieuwe te kopen.
Om terug te komen bij mijn betoog: wil je de San-bevolking en andere authentieke mensen en culturen echt leren begrijpen, dan moet je alle vooringenomenheid en al het systematische in je hoofd loslaten, alle westerse, “normale” zaken overboord gooien, je Hollandse scepsis vergeten, al je zintuigen openen en geloven wat je voelt, ziet en hoort.
Zolang scholing bijdraagt aan de objectivering van alles, waardoor het persoonlijke als minderwaardig wordt beschouwd, zolang scholing je laat kijken door al die gekleurde filters, die voorkomen dat je persoonlijk en zuiver kunt waarnemen, en zolang scholing je leert alles en iedereen in te delen in categorieën en hokjes, zie ik het als een methode om alle authenticiteit in de wereld te ondermijnen en de mens van zijn eigen, persoonlijke en culturele identiteit te ontdoen. Het resultaat van die scholing is de vorming van één grijze massa van slaven van het systeem, waarin ieder zich voegt naar de norm, één wereldcultuur die volledig beheersbaar en manipuleerbaar is. Scholing moet volgens mij nodig aangepast worden, als we het anders willen, als we een gelukkige, zelfbewuste en kleurrijke jeugd willen voortbrengen, die trouw is aan zichzelf.
Om te laten zien dat deze waarneming niet alleen op Afrika of Namibië gebaseerd is, keer ik terug naar Nederland. Het onderwijs zoals ik dat ontvangen heb tussen 1978 en 2004, miste (enkele uitzonderlijke momenten daar gelaten) alle essentie, wijsheid, diepte, persoonlijkheid, wederzijdse communicatie, relatie met mijn beleving en inspiratie voor het hart. Het richtte zich vooral op kennis en kunde, ook als je zelf iets moest creëren. Er werd bijna nooit persoonlijke input of een persoonlijke mening vanuit de klas gevraagd. Er werd niet gesproken over problemen waar individuen in de klas mee worstelden. Onpersoonlijk onderwijs helpt niet bij je persoonlijke ontwikkeling, slechts bij je maatschappelijke ontwikkeling, bij het inpassen in het systeem. Dat vind ik het grootste probleem.
Als authenticiteitscoach help ik nu voornamelijk mensen van tussen de 35 en 60 jaar oud om de kwijtgeraakte verbindingsweg naar hun innerlijke identiteit terug te vinden en schoon te maken. Ik zou echter ook graag met kinderen werken en denk dat zij veel eenvoudiger te helpen zouden zijn. Vaak zijn ze nog niet zo ver verwijderd van hun authentieke zelf als volwassenen, maar krijgen ze nergens een bevestiging dat ze goed zijn zoals ze zijn en dat ze daarop mogen vertrouwen. Als er in die onzekere tijd ook maar één iemand zou zijn die hun “goed zijn” onvoorwaardelijk bevestigt, dan zouden zij door dat ene lichtpuntje in ieder geval een idee krijgen van hoe de meest essentiële bouwsteen voor persoonlijke ontwikkeling eruit ziet. Als ze die bevestiging dan ook nog kunnen ontvangen, dan is hun bestaansrecht bevestigd. Op basis van die gezonde fundering, die zich uit in een sterk zelfvertrouwen, kunnen ze dan het leven creëren dat bij hen past en hun gelukkig maakt. Als de ouders geen tijd, aandacht en bewustzijn hebben om die essentiële bevestiging te geven, dan kan de school die ook aanbieden. Helaas staan de meeste scholen nog niet open voor een dergelijke ontwikkeling en is er ook nog geen budget voor zoiets.
Maar gelukkig zijn er in Nederland ook al enkele andersoortige, vrijere scholen opgezet die de authenticiteit van een kind respecteren en proberen te beschermen. De blanke eigenaar van de camping waar ik verbleef, zag de San Bushmen als zijn kinderen. Hij deed veel projecten om de bosjesmannen te steunen en wilde ook een school oprichten waar de oudere San-generatie zou gaan onderwijzen, om zo de jongere generaties weer meer te betrekken bij hun originele bestaanswijze. Zo wilde hij de oudste, levende cultuur redden van zijn ondergang. Alleen waar je persoonlijke authenticiteit altijd nog hersteld kan worden met behulp van persoonlijke aandacht (bijvoorbeeld in de vorm van coaching), is het de vraag of dat herstel bij het verlies van je culturele authenticiteit, ook mogelijk is. Ach, waarom niet eigenlijk? Als de aandacht oprecht en persoonlijk is en de aandachtgever bereid is te leren van degene aan wie hij zijn aandacht geeft, is er heel veel mogelijk.
© Stef van Beek. Windhoek, 27 april 2010.
www.globalsoul.nl